Identiteit

Het leren over diversiteit is uitgewerkt in drie onderdelen:

  1. Identiteit
  2. Diversiteit
  3. Solidariteit

Dit thema gaat over identiteit. Elke leerling en groep moet de vrijheid krijgen om een eigen identiteit te hebben en/of te ontwikkelen. Het is belangrijk dat leerlingen zich bewust worden van hun identiteit, waar de verschillende aspecten van die identiteit uit voortkomen en hoe het geheel aan verandering onderhevig is.

Wat houdt het in?

Identiteit gaat over manieren waarop individuen en groepen zich (willen, kunnen) definiëren en in de publieke ruimte manifesteren. (bron: SLO bouwstenen burgerschap)

Gelijkheid voor de wet legt de basis voor gelijkwaardigheid en maakt mogelijk dat iedereen de vrijheid heeft een eigen identiteit te ontwikkelen. Het is belangrijk dat leerlingen zich bewust worden van hun identiteit, waar de verschillende aspecten van die identiteit uit voortkomen en hoe het geheel aan verandering onderhevig is. (bron: SLO burgerkaartenspel)

Op school en in de ontmoeting met de ander ontwikkelen leerlingen inzicht in hun eigen identiteit en oefenen ze met verschillende rollen of identiteitsposities. Identiteit wordt onder andere gevormd in sociale contexten en door identificatie met andere mensen.

Leerlingen ontwikkelen inzicht in en leren omgaan met de overeenkomsten en de verschillen tussen en binnen identiteiten. Zij onderzoeken en spreken over mogelijke spanningen tussen en binnen identiteiten, en de invloed van groepsidentiteiten op anderen en op henzelf. Leerlingen ontwikkelen hun identiteit; zij reflecteren op die ontwikkeling en toetsen hun gevoelens, overtuigingen en idealen aan die van anderen en van de samenleving, en bepalen zo ook hun plek in de publieke ruimte.

Kennis en vaardigheden

Per ‘bouw’ staan de leerdoelen beschreven. Datgene wat de leerlingen aan het eind van de ‘bouw’ aan kennis en vaardigheden hebben kunnen ontwikkelen. Het gaat dus niet alleen over kennis maar ook over vaardigheden. De volledige uitwerking is te vinden op burgerschap.slo.nl. Dit overzicht is handig bij het formuleren van een doorgaande leerlijn burgerschap.

Onderbouw

In de onderbouw van het voortgezet onderwijs oriënteren leerlingen zich met andere ogen op hun identiteit. Hun lichaam en hun schoolomgeving verandert, ze moeten aan andere, ook meer volwassen verwachtingen voldoen. De rol van de groep wordt belangrijk, maar ook het exploreren van een heel eigen positie in de wereld. In verband met het kiezen van sectoren of profielen wordt ook het ontwikkelen van enig inzicht in hun talenten, ambities en toekomstverwachtingen belangrijker. Het besef ontstaat dat een identiteit gelaagd is en samenhangt met rollen en situaties.

Leerlingen leren:

  • de eigen grenzen te herkennen, te benoemen en bewust te bewaken (emotioneel, fysiek, seksueel);
  • te begrijpen dat en hoe dat wat ze denken, doen en willen verband houdt met de veranderingen die ze in de puberteit doormaken;
  • te onderzoeken wat hun ambities en hun toekomstverwachtingen zijn, hun talenten en ontwikkelmogelijkheden; hoe ze die gericht kunnen inzetten bij het maken van een keuze voor een sector, profiel en vakkenpakket;
  • uit te drukken en te onderzoeken met welke groep(en) in cultuur en samenleving ze zich verbonden voelen en wat dat voor henzelf betekent;
  • uit te drukken wat eigen idealen, overtuigingen, oordelen en vooroordelen zijn;
  • te reflecteren op de mate waarin hun persoonlijke identiteit mede gevormd wordt door leeftijdgenoten, groepsidentiteiten, tradities en/in socialisatieprocessen, hun eigen mogelijkheden en beperkingen, en hoe dat alles hen dat helpt of hindert om rollen of identiteitsposities te exploreren;
  • relaties te leggen tussen verschillende aspecten die hun identiteit mede vormgeven en mogelijk met elkaar op gespannen voet staan: gender, levensbeschouwing, religie, cultuur, sociaaleconomische achtergrond, politieke en seksuele oriëntatie, regionale en nationale identiteit(en) en/in Europa;
  • te reflecteren op hoe schoonheidsidealen, gender, sekse en seksualiteit, etniciteit en (on)gelijkheid in de maatschappij gerepresenteerd worden en hoe zij zich daar bewust toe willen verhouden.

Aanbevelingen bovenbouw

In de bovenbouw lopen de levens van jongeren verder uit elkaar. Ze zitten in verschillende sectoren en profielen en bereiden zich voor op verschillende beroepen of studies. Via baantjes, stages en vrijwilligerswerk nemen ze ook deel aan andere maatschappelijke contexten. De burgerschapsontwikkeling richt zich op het ontwikkelen van zelfbewuste jongvolwassenen die keuzes maken voor vervolgopleidingen in mbo, hbo of wo.

Voor leerlingen in havo, pro, vmbo, vso en vwo verdient het aanbeveling om de leerlijn burgerschap in de bovenbouw voort te zetten en waar mogelijk te koppelen aan beroepsprofielen, (profiel)vakken en loopbaanoriëntatie en (beroeps)begeleiding (LOB). Dat daarbij in de uitwerking en uitvoering gedifferentieerd kan worden naar leeftijd, ontwikkeling en mogelijkheden van (groepen) leerlingen, is evident. Voor het vervolg lijkt bovendien aan te bevelen om te onderzoeken of en hoe het curriculum Burgerschap in het vo aansluiting kan vinden op het curriculum Burgerschap in het mbo en vice versa.

Een en ander leidt tot de volgende aanbevelingen:

  • Laat leerlingen reflecteren op de rol van emoties en overtuigingen in het eigen handelen, om zo nodig dat handelen en die overtuigingen bij te stellen en/of die emoties te onderzoeken.
  • Nodig leerlingen uit zich over de denk- en ervaringswereld van anderen te informeren en die voor zover mogelijk vanuit een binnenperspectief te onderzoeken en te beschrijven.
  • Laat leerlingen breed onderzoeken wat hun ambities en hun toekomstverwachtingen zijn in relatie tot hun talenten en hun ontwikkelmogelijkheden; laat hen dit gericht inzetten bij het maken van een zelfstandige en gerichte keuze voor een beroep, vervolgopleiding en vrije tijd.
  • Laat leerlingen analyseren hoe en reflecteren op de mate waarin hun identiteit mede gevormd is en wordt door hun eigen mogelijkheden en beperkingen, door leeftijdsgenoten en groepsidentiteiten, en geef hen de ruimte en de rolmodellen om daar als individu een eigen positie tegenover in te kunnen nemen.
  • Nodig leerlingen via een breed leerstofaanbod uit om relaties te leggen tussen verschillende aspecten die identiteit in het algemeen vormgeven en dit te betrekken op hun eigen ontwikkeling, toen, nu en straks; binnen de school en daarbuiten.
  • Vraag leerlingen uit te leggen met welke groep(en) in cultuur, samenleving en politiek ze zich verbonden voelen en wat dat voor hun handelen als individu en als burger betekent.
  • Prikkel leerlingen om te onderbouwen en te verantwoorden wat hun idealen en overtuigingen zijn, ook in het licht van de zgn. mondiale thema’s.
  • Betrek bij de eventuele ontwikkeling van bouwstenen en/of leerdoelen voor de bovenbouw alle denken handelwijzen.

Voor meer informatie over de aanbevelingen voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs verwijzen wij door naar bijlage 4 van de Handleiding Burgerschap Funderend Onderwijs.

(bron: SLO Handreiking Burgerschap Funderend Onderwijs)

Aan de slag

Wil je aan de slag in de klas? Neem dan een kijkje bij deze lesmaterialen:

Vakportaal burgerschap – SLO

Op de website Vakportaal burgerschap van het SLO vind je, onder onderwijsaanbod van burgerschap in het vmbo, havo/vwo en praktijkonderwijs, lesmaterialen ingedeeld op verschillende thema’s. Lesmaterialen over identiteit kan je vinden onder de thema’s: burgerschap (specifiek), burgerschap (geïntegreerd), wereldburgerschap, kinder- en mensenrechten, identiteit en diversiteit.

De Respect foundation

Op de website burgerschapsmarkt.nl van de Respect Foundation vind je lesmaterialen ingedeeld per thema en te filteren op leerjaar.

 

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*