De peiling Burgerschap einde basisonderwijs 2019-2020 geef zicht op de burgerschapscompetenties van leerlingen in groep 8 van het basisonderwijs, en is voor burgerschapskennis ook te vergelijken met voorgaand peilingsonderzoek. Daarnaast brengt het onderzoek het onderwijs in burgerschapsvorming op de scholen in kaart.
Aan de peiling Burgerschap namen in totaal 2237 leerlingen, 117 leraren en 89 schoolleiders van 94 basisscholen deel. Een meerderheid van de schoolleiders en leraren vindt dat het burgerschapsonderwijs op hun school nog verder ontwikkeld kan worden. Er is bijvoorbeeld nog ruimte voor het ontwikkelen van een gedeelde visie, concrete leerdoelen en een doorgaande leerlijn voor burgerschap. Het ontbreekt dus aan onderwijskundige elementen die noodzakelijk zijn om het burgerschapsonderwijs doelgericht en samenhangend vorm te kunnen geven. De focus van de dagelijkse schoolpraktijk ligt vooral bij persoonsvorming en sociale omgang. Maatschappelijke aspecten van burgerschap komen veel minder aan bod, en zijn ook minder makkelijk te verbinden aan wat er op school gebeurt.
De burgerschapskennis van groep 8-leerlingen is wat gedaald sinds de laatste meting uit 2009. Een groot deel van de leerlingen heeft een matig tot redelijk vertrouwen in de eigen burgerschapsvaardigheid en een gematigd positieve burgerschapshouding. Niet alleen het burgerschapsonderwijs zelf, maar ook de omgeving (zoals de thuissituatie) is van invloed op de burgerschapscompetenties van leerlingen.
De inspectie richtte naar aanleiding van het onderzoek een webpagina met reflectievragen en hulpmiddelen om met burgerschapsvorming aan de slag te gaan.
Verder reflecteerde een focusgroep op de peilingsresultaten en gaf suggesties voor de onderwijspraktijk en -beleid. Lees hier alle suggesties van de focusgroep.
Uit de focusgroep kwam onder meer naar voren dat de verduidelijkte burgerschapsopdracht uit 2021 niet direct en vanzelfsprekend zal leiden tot een meer doelgericht en samenhangend aanbod voor burgerschap. Het vraagt het nodige van besturen en scholen: inspanningen, expertise, materialen en ondersteuning. Dat scholen met de opdracht worstelen om doelgericht, samenhangend en herkenbaar burgerschapsonderwijs te verzorgen komt jaar na jaar terug in de Staat van het Onderwijs, zo ook in 2025.
In het wetenschappelijke tijdschrift Pedagogische Studiën verscheen dit onderzoeksartikel op basis van de gegevens van de peiling Burgerschap.
Uit dit onderzoek blijkt dat sommige scholen betere omstandigheden hebben gecreëerd om burgerschap bij leerlingen te bevorderen. Deze scholen hebben duidelijke leerdoelen voor burgerschapsonderwijs, een positieve sfeer op school en zijn het intern vaker eens over wat ze aanbieden. Opvallend is dat dit niets te maken heeft met bijvoorbeeld het type school, waar in Nederland de school staat of hoe complex de leerlingpopulatie is.
Ook eerdere studies laten zien dat een positief schoolklimaat en goed onderwijsbeleid bijdragen aan betere burgerschapsontwikkeling bij leerlingen. Tegelijkertijd speelt de achtergrond van leerlingen zelf ook een belangrijke rol in hoe zij zich ontwikkelen als burger.
Deze peiling Burgerschap gaf een overzicht van de situatie kort voor de inwerkingtreding van de aangescherpte wettelijke eisen rond bevordering van burgerschap. In schooljaar 2026-2027 is de volgende grootschalige gegevensverzameling voor burgerschap in het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en onderbouw voortgezet onderwijs.