Het bureau Goed geschud heeft in opdracht van de VO-raad verkend wat in het voortgezet onderwijs wordt verstaan onder ‘de school als gemeenschap’, waarom dit concept een positieve bijdrage kan leveren aan het schoolklimaat, welke praktijkvoorbeelden er bestaan en welke mogelijkheden er zijn voor scholen om hun gemeenschapszin te versterken. Het doel van dit onderzoek is om onderwijsprofessionals te informeren en inspireren, door inzichten uit theorie en praktijk te bundelen en handvatten te bieden voor reflectie en verdere ontwikkeling, zonder een vastomlijnd stappenplan voor te schrijven.
Binnen het onderzoek is de ‘school als gemeenschap’ als volgt omschreven: de school als inclusieve oefenplaats voor samenleven. Dit betekent dat de school een plek is om te oefenen met vaardigheden én tegelijkertijd een plek waar iedereen zichzelf kan zijn, en waar verschillen gerespecteerd en ontdekt worden.
Het Rijks in Nijmegen is een kleinschalige vmbo-school waar relaties tussen leerlingen en leraren het fundament vormen. Vanaf de warme overdracht uit het basisonderwijs tot persoonlijke begroetingen bij de ingang en een zachte landing in de brugklas, staat gezien en gekend worden centraal. In plaats van strikte regels werkt de school met gedeelde routines en eigenaarschap, gedragen door voorbeeldgedrag van leraren en oudere leerlingen. Er is veel ruimte voor maatwerk: leerlingen stellen in de bovenbouw hun eigen leerroute samen via een breed cursusaanbod en praktijkopdrachten. Door nauwe samenwerking met externe partners krijgt het onderwijs betekenis en zijn thema’s als burgerschap, duurzaamheid en leefstijl structureel ingebed. Zo ontstaat een open, veilige en betrokken schoolgemeenschap.
Het Emmacollege in Heerlen is een school waar iedere leerling gezien wordt en waar hoge verwachtingen samengaan met persoonlijke aandacht, ondanks de sociaaleconomische uitdagingen in de regio. De school investeert bewust in haar medewerkers, zodat zij leerlingen kunnen begeleiden naar meer autonomie en eigenaarschap. Het mentoraat krijgt veel tijd, waardoor sterke relaties ontstaan. Tegelijk is er aandacht voor betrokkenheid van ouders en samenwerking met de omgeving, binnen en buiten het Nationaal Programma Heerlen-Noord. Het Emmacollege is omschreven als een gemeenschap waarin bevlogenheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen centraal staan.
Het Edith Stein College in Den Haag is een brede en diverse school met 72 nationaliteiten, waar vmbo, havo, vwo en een ISK samenkomen. De school investeert in persoonlijke relaties via mentoren en schoolcoaches, en geeft leerlingen een stem, bijvoorbeeld bij het realiseren van een stilteruimte of het aanpassen van toetsweken. Vanuit een gedeelde familiecultuur en duidelijke afspraken staat men om de leerling heen, met veel aandacht voor respect en betrokkenheid. De school is omschreven als een gemeenschap waar verschillen juist verbinden en iedereen zich welkom en verantwoordelijk voelt.
Vanuit drie centrale pijlers zijn in de publicatie manieren beschreven waarop scholen aandacht kunnen besteden aan de school als gemeenschap. Dit zijn de knoppen waar je aan kan draaien als school in het werken aan een school als gemeenschap.
Visie op school als gemeenschap
Belangrijke onderdelen van de visie zijn hoe in de school wordt omgegaan met verschillen en hoe invulling gegeven wordt aan inclusie. Daarnaast is het goed deze visie regelmatig kritisch tegen het licht te houden. Een goede visie op gemeenschap kan het fundament vormen voor pedagogische, didactische en organisatorische keuzes binnen de school. Het geeft richting en biedt houvast voor leerlingen, het team en ouders.
Verbondenheid en relaties
Dit is een belangrijke bouwsteen voor het ervaren lidmaatschap van de schoolgemeenschap. Het gaat om relaties tussen leerlingen onderling, tussen leerlingen en leraren en tussen leraren onderling. Een school kan investeren in de relaties tussen leerlingen onderling, bijvoorbeeld via buitenschoolse activiteiten. In drie scholen die bezocht zijn vallen een aantal overeenkomsten op in de relaties tussen leerlingen en leraren. Deze scholen investeren allemaal in een goede start, een stevig mentoraat en vertrouwen in leerlingen. Tot slot bestaat ook binnen iedere school een professionele gemeenschap: de samenwerking van alle medewerkers die betrokken zijn. Die gemeenschap fungeert als voorbeeld voor leerlingen en andere betrokkenen bij de school.
Gedeelde ervaringen
Deze ervaringen en activiteiten kunnen vormgegeven worden op een manier die past bij de identiteit en de visie van de school. Het kan daarbij ook gaan om bepaalde tradities of vieringen. Ontmoetingen kunnen ontstaan door met elkaar op pad te gaan, maar kunnen ook gefaciliteerd worden binnen de school. Gedeelde ruimtes, zoals leerpleinen en pauzeruimtes kunnen ontmoeting stimuleren. Ook binnen het rooster kan naar mogelijkheden gezocht worden om leerlingen van verschillende onderwijsrichtingen met elkaar in contact te laten komen.
Werken aan de school als inclusieve oefenplaats voor samenleven biedt grote kansen voor het voortgezet onderwijs: het versterkt het gevoel van erbij horen, helpt verschillen te omarmen en bevordert inclusiviteit door goede relaties. Tegelijkertijd is het een voortdurende opgave die aandacht en zorg van iedereen vraagt. De drie praktijkvoorbeelden laten zien hoe investeren in gemeenschapsgevoel vruchten afwerpt, al blijven er altijd uitdagingen in de dynamiek van het onderwijs. Dit onderzoek heeft beoogd het concept van de school als gemeenschap te verhelderen en te ondersteunen met reflectievragen, zodat scholen hierover het gesprek kunnen voeren en hun eigen weg kunnen vinden.
De reflectievragen zijn te vinden vanaf pagina 50 van de publicatie en zijn ingedeeld volgens de drie beschreven pijlers. Het is een middel om het gesprek over de school als gemeenschap te bevorderen, en een vingeroefening in het omgaan met verschillen binnen de school.
Als onderdeel van het onderzoek is Willemijn Rinnooy Kan geïnterviewd. De bevindingen uit haar proefschrift zijn hier te lezen.