Democratische gezindheid van Nederlandse jongeren tussen de 10 en 18 jaar

Datum toegevoegd: 02 juli 2025
  • Sector VO
  • Categorie Onderzoek en publicaties
  • Aanbieder Nationaal Comité 4 en 5 mei/ProDemos

Doelstelling literatuurstudie

Deze studie brengt in kaart hoe het gesteld is met de democratische gezindheid van Nederlandse adolescenten (10-18 jaar). De literatuurstudie gaat na hoe kennis over de democratie, houding ten opzichte van de democratie en haar instituties en deelname aan de democratische samenleving zich tijdens de adolescentie ontwikkelen. Daarbij gaat het ook over verschillen op deze vlakken tussen jongeren, en wat de invloed is van politieke socialisatie en burgerschapsonderwijs. De studie wil hiermee bijdragen aan onderbouwd beleid en onderwijs dat jongeren voorbereidt op volwaardig burgerschap.

Conclusies

Uit het rapport blijkt dat de democratische gezindheid van Nederlandse jongeren op hoofdlijnen redelijk is, maar dat er serieuze zorgen zijn. Veel jongeren hebben moeite met het onder woorden brengen van een samenhangend en gelaagd begrip van democratie. Hun kennis is vaak beperkt en oppervlakkig, en het vermogen om botsende waarden te herkennen of af te wegen – zoals tussen vrijheid van meningsuiting en respect voor anderen – is onderontwikkeld.

Tegelijkertijd waarderen jongeren de democratie als bestuursvorm, lijkt de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren toe te nemen, en staan ze over het algemeen positief tegenover democratische waarden als vrijheid en gelijkheid. Toch is er een groeiende tendens naar individualisme zichtbaar, waarbij solidariteit en het collectieve belang onder druk lijken te staan.

Daarnaast laat de studie structurele verschillen zien in kennis, houding en gedrag tussen jongeren van verschillende sociaaleconomische achtergronden en opleidingsniveaus. Die verschillen ontstaan al vroeg en blijven aanwezig.

Naast dat ouders en vrienden een rol spelen in de ontwikkeling tot democratisch burger, hebben scholen een belangrijke opdracht in de vorming van democratische gezindheid. Uit de literatuur komen twee essentiële elementen naar voren voor effectief burgerschapsonderwijs: de integratie van burgerschapsonderwijs in het curriculum en een veilig pedagogisch en open klasklimaat. Het is op dit moment echter nog niet te zeggen of het burgerschapsonderwijs in zijn huidige vorm invloed heeft op de democratische gezindheid van jongeren. Tot voor kort was de conclusie vaak dat effecten in Nederland uitblijven op basis van (internationaal vergelijkend) onderzoek, en dat er weinig vooruitgang is geboekt in de afgelopen jaren.

Aanbevelingen voor beleid en de onderwijspraktijk

Op basis van de bevindingen van de literatuurstudie heeft de auteur vijf aanbevelingen.

  1. Werk aan een stevig fundament voor democratische gezindheid
    Vanuit de vaststelling van een eenduidige definitie van burgerschapsonderwijs, en het centraal stellen van de democratische rechtsstaat, zijn er drie aandachtsgebieden voor het burgerschapsonderwijs: het versterken van kennis over democratie, inzicht en respect voor de basiswaarden (en het oefenen met het afwegen van botsende waarden) en het vergroten van politiek zelfvertrouwen en vaardigheden.
  2. Zorg voor een toegankelijk en gelijkwaardig aanbod
    Verminder de grote verschillen in aanbod tussen scholen. Let extra op leerlingen op het vmbo en jongeren met een lagere sociaaleconomische status of migratieachtergrond. Aanbieders van lesmateriaal over democratische waarden dienen te streven naar toegankelijk materiaal geschikt voor een diversiteit aan achtergronden.
  3. Luister écht naar jongeren
    Betrek jongeren actief bij het gesprek over burgerschap en democratie, zowel in het klaslokaal, de school, als democratische besluitvorming buiten de school. Sluit aan bij hun leefwereld en zorgen. Betrokken jongeren kunnen nieuwe gezichtspunten en perspectieven geven op beleidsthema’s, en beslissingen zijn direct van invloed op hun eigen toekomst.
  4. Onderken dat onderwijs het niet alleen kan
    Democratische gezindheid vraagt om een brede maatschappelijke aanpak. Ook ouders, media, maatschappelijke instellingen en de politiek dragen verantwoordelijkheid voor de democratische vorming van jongeren. Daarbij zijn er aanwijzingen dat het huidige onderwijssysteem en de vroege selectie in verschillende onderwijsrichtingen de gelijke kansen van alle leerlingen niet bevorderd, bijvoorbeeld door de beperkte uitwisseling tussen leerlingen met verschillende achtergronden.
  5. Investeer in monitoring en kennisontwikkeling
    Op het moment wordt de ontwikkeling van democratische gezindheid van jongeren niet systematisch gevolgd. Meer interventiestudies en longitudinaal onderzoek zijn nodig om zicht te krijgen op wat werkt. Dit stelt het onderwijs zelf en ook beleidsmakers in staat om een onderbouwde keuze te maken over de inhoud en aanpak van het burgerschapsonderwijs.

Informatie over de auteur

Frank Wanders is als onderzoeker en adviseur verbonden aan ProDemos – Huis voor democratie en rechtsstaat. Deze literatuurstudie is een samenwerking tussen ProDemos en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. 

Blijf op de hoogte!

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Meld je aan!

 

Blijf op de hoogte!

Schrijf je net als 7200 andere
onderwijsprofessionals in voor
onze nieuwsbrief

"*" geeft vereiste velden aan

Selecteer één of meerdere sectoren*