Het onderzoeksrapport bevat de resultaten van een verkennende overzichtsstudie, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van OCW en het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Het doel van de studie was om te komen tot een conceptueel raamwerk voor onderzoek naar burgerschapscompetenties en burgerschapsonderwijs in het funderend onderwijs en mbo. De verkenning vormt daarmee een voorbereidende stap op een toekomstige monitoringsstudie, zoals beoogd door het ministerie van OCW. Hiermee wil het ministerie van OCW beter inzicht krijgen in de burgerschapscompetenties van leerlingen en studenten, evenals in de inrichting, effectiviteit en ontwikkeling van het burgerschapsonderwijs op scholen in Nederland.
De onderzoekers geven in het rapport een overzicht van kwantitatief gerichte instrumenten zoals die in grootschalig empirisch onderzoek worden gebruikt (ADKS, BSM/ESC, ICCS en Peil.Burgerschap) en andere instrumenten zoals die in omloop of voorbereiding zijn. Voor deze instrumenten zijn doelgroep, conceptualisering, gegevens over validiteit en betrouwbaarheid van het instrument en de beschikbaarheid voor gebruik in de schoolpraktijk weergegeven. In hoofdstuk 3 van het rapport, op pagina’s 32 tot en met 38, staat een tabel met daarin een overzicht van de meetinstrumenten.
De focus van deze verkenning ligt bij onderzoek waar goede ervaringen mee zijn opgedaan, en studies die werken met representatieve of grote datasets, gebruikmaken van methodes die in eerder grootschalig onderzoek al zijn getest en effectief bleken, en die betrouwbare en bruikbare gegevens opleveren. Daarnaast is als belangrijk criterium meegenomen dat de meetinstrumenten in het Nederlands beschikbaar zijn en eerder succesvol zijn gebruikt. Zo kan worden voortgebouwd op bestaande kennis van goede kwaliteit.
De onderzoekers geven daarbij ook aan dat er behoefte is aan verdere ontwikkeling en het beschikbaar komen van uiteenlopende instrumenten om burgerschapscompetenties te meten en monitoren.
De onderzoekers wijzen op hiaten in de beschikbare kennis over de ontwikkeling van burgerschapscompetenties van leerlingen en het burgerschapsonderwijs op scholen. Er ontbreekt bijvoorbeeld systematisch inzicht door het gebrek aan langlopende, stelselmatige data over individuele ontwikkeling van leerlingen voor alle onderwijssectoren (en met name voor (v)so en mbo), en over de gehele schoolloopbaan (van po tot mbo). Ook ontbreekt kennis over de effectiviteit van interventies.
Voor de beoogde monitoring kan deels worden voortgebouwd op bestaande studies zoals BSM/ESC, ICCS, Peil Burgerschap, ADKS en data van de Inspectie van het Onderwijs. Deze bieden bruikbare bouwstenen, zoals meetinstrumenten en conceptuele kaders. Tegelijkertijd zijn deze studies niet allesomvattend en vaak eenmalig uitgevoerd.
De onderzoekers concluderen dat de sterke punten van deze studies te combineren zijn, zodat een snelle start mogelijk is, al is voor een robuust en sector overstijgend monitoringsstelsel verdere opbouw nodig. In de laatste paragrafen van het rapport doen de onderzoekers een voorzet daartoe.