In het schooljaar 2024-2025 werden in samenwerking met het Expertisepunt Burgerschap verschillende leernetwerken Burgerschap aangeboden. In deze leernetwerken gingen deelnemers in enkele bijeenkomsten aan de slag met een specifiek vraagstuk rondom burgerschapsonderwijs. Scholen die een leernetwerk vormden kwamen in de bijeenkomsten samen en werden begeleid door een expert. We delen hieronder de resultaten van twee leernetwerken; deze pagina zal worden aangevuld met resultaten uit de andere leernetwerken.
Hoe zorg je ervoor dat leerlingen echt betrokken burgers worden? Nu de Inspectie meer focus legt op het burgerschapsonderwijs en er veel herstelopdrachten zijn, ligt de nadruk steeds meer op het opvolgen van de regels in plaats van het ontwikkelen van echte betrokkenheid bij burgerschapsonderwijs. De oplossing kan simpel zijn: sluit aan bij de bestaande bezieling en motivatie van de mensen in school en gebruik de unieke kracht van de school. Begin met de reden en het doel (de why en de what) en kijk daarna samen naar hoe het uitgevoerd kan worden (de how). Motivatie, visieontwikkeling en draagvlakmobilisatie gaan aan doelmatig burgerschapsonderwijs vooraf en vormen het fundament. Het leernetwerk ‘Bezield Burgerschap’ had als doel om leraren in het voortgezet onderwijs te helpen bij het maken van inspirerend en doeltreffend burgerschapsonderwijs door uitwisseling, ontwikkeling en onderzoek.
Tijdens de bijeenkomsten is er gewerkt aan verschillende opdrachten om in het eigen onderwijs aan de slag te gaan met burgerschapsonderwijs. Dit heeft geresulteerd in een gesprekshandleiding waarmee ook andere scholen intern het gesprek kunnen voeren over hun burgerschapsonderwijs.
Lees hier de gesprekshandleiding
Daarnaast resulteerde dit in een boek over best-practices in burgerschap in het vo ‘Bezield burgerschap in het voortgezet onderwijs’.
In dit leernetwerk hebben docenten samen geoefend met het betekenisvol integreren van burgerschap in hun vak scheikunde. Tijdens de eerste bijeenkomst onderzochten ze wat een maatschappelijk vraagstuk relevant maakt voor leerlingen. Aan de hand van krantenartikelen leerden de scheikundedocenten hoe ze deze thema’s konden verbinden aan hun lesinhoud. Iedere docent ontwierp een eigen les, die vervolgens in de klas werd uitgevoerd.
In de bijeenkomsten werd niet alleen gekeken naar inhoud, maar ook naar de rol van identiteit, omgeving en dialoog. Het voeren van klassendiscussies bleek uitdagend, maar waardevol. Docenten leerden van elkaars ervaringen en durfden te experimenteren. Aan het eind van het traject gaven de deelnemers aan hoezeer hun kijk op burgerschap was veranderd: ze ontdekten dat het geen ‘extra vak’ is, maar iets wat in elk vak kan leven – ook in scheikunde.
Om die inzichten te borgen zijn concrete hulpmiddelen ontwikkeld: een poster en (kaartjes met stellingen voor in) een kletspot om klassengesprekken te begeleiden. Ook is er een filmpje gemaakt waarin wordt toegelicht hoe je de poster en de stellingen in je les kunt gebruiken als je in de klas aandacht wilt schenken aan maatschappelijke vraagstukken die een relatie hebben met de bètawetenschappen. Dit filmpje komt binnenkort online.
Dit leernetwerk wordt doorontwikkeld. In schooljaar 2025–2026 start een nieuwe groep, zodat nog meer docenten het vak scheikunde kunnen verbinden met de samenleving om hen heen.